Voortplanting van radio
golven
Om te begrijpen hoe radiogolven
zich voortplanten moeten we eerst iets werten over de
samenstelling van verschillende lagen rondom onze aarde
Rondom onze aarde bevinden zich een aantal lagen welke worden
beinvloed door de zonnewind.De zonnewind is een stroom van
geladen deeltjes die ontsnappen van het oppervlak van de zon .
Door de grote hitte van een miljoen Kelvin in de corona krijgen
protonen en elektronen voldoende snelheid om aan de zwaartekracht
van de zon te ontsnappen .
Deze passeren de Aarde met een gemiddelde snelheid van zo'n 450
km/s.
De
zonnewind wordt aangetrokken door het magnetische veld
van de aarde , vandaar dat er rond de poolcircels soms
een dermate grote ionisatie ontstaat dat deze s'nachts
zichtbaar is als het noorderlicht Hier een foto van het
noorderlicht zoals dat vaak |
![]() |
Radiogolven planten zich in een rechte lijn voort,
tenzij ze gereflecteerd of afgebogen worden. Daar de aarde
bolvormig is verwijderen radiogolven zich dus per definitie van
de aarde af. doordat de ioniserende lagen echter als spiegel
werken kunnen deze worden afgebogen en terugkaatsen naar de aarde
,
Deze eigenschap is echter niet voor alle golflengtes gelijk maar
is afhankelijk van de golflengte van de radiogolf , daardoor is
er een groot verschil in de voortplanting op lange , medden en
korte golf , ook is het afhankelijk van de tijd , korte golven
worden meestal overdag beter gereflecteerd , langere golven weer
beter in de avond en nachtelijke uren
ook worde het zeer sterk beinvloed door de activiteit van de zon
Deze varieerd in een 11 jarige cyclus waardoor er ook in het
gedrag van radiogolven een patroon zit met een 11 jarige
herhaling , we spreken van een zonnevlekken minimum en een
zonnevlekken maximum . Gedurende het maximum zijn er vooral op de
hogere frequenties zeer goede propagatie's mogelijk vooral op de
frequentie's rond de 30 Mc worden optimaal gereflecteerd
Deze reflectie kan dan zelfs zo sterk worden dat het met enkele
watt's vermogen mogelijk is om verbindingen te maken over de
gehele wereld . De propagatie op lagere frequentie's is dan
echter vaak zeer slecht doordat juist de lage frequenties dan
zeer sterk worden gedempt
er zijn een aantal verschillende lagen in de ionosfeer welke
verantwoordelijk zijn voor het al dan niet reflecteren van golven
van een verschillende frequentie
Laag | Hoogte | |
---|---|---|
D | ca. 60 - 80 km | Overdag aanwezig, ionisatie overeenkomstig met zonnestand |
E | ca. 100 - 130 km | Overdag aanwezig, ionisatie overeenkomstig met zonnestand |
Es | ca. 100 km | Treedt sporadisch in de zomer op |
F1 | ca. 200 km | Overdag aanwezig, versmelt 's nachts met de F2-laag |
F2 | ca. 250 - 400 km | Overdag en 's nachts aanwezig |
De D-laag is de onderste laag en valt ongeveer samen met de mesosfeer. Deze laag absorbeert de radiostraling meer dan het reflecteert. Radiosignalen met een frequentie van 30 tot 300 kiloHertz (kHz) (de lange golf) en ten dele ook de middengolfsignalen worden door deze laag weerkaatst. Daar deze laag het dichtst bij de aarde ligt worden de radiogolven over ongeveer duizend kilometer verspreid door deze weerkaatsing. 's Nachts valt de D-laag geheel weg waardoor de ontvangst van lange golfuitzendingen moeilijker wordt. De hoger gelegen E-laag neemt de functie dan over.
De E-laag (ook wel: Kennelly-Heavisideband) is de middelste laag en valt samen met het onderste deel van de thermosfeer. De radiogolven met een frequentie van 300 kHz tot 3 megahertz (MHz) worden honderden kilometers ver (middengolf en visserijband) en nog verder (tropenband en korte golf) weerkaatst. 's Nachts verandert de geladenheid van de E-laag waardoor ineens signalen van verder weg beter ontvangen kunnen worden, die van dichtbij echter slechter.
Op een hoogte van 90 tot 120 km treedt sporadisch
de Es-laag
(sporadicE) op. Deze treedt op willekeurige tijden, in
midden-Europa meestal overdag in de zomermaanden op en ontstaat
als verschillende fysieke processen tegelijk optreden. Het wordt
vermoed dat sporen van ioniserende gassen uit in de atmosfeer
verbrandende meteorieten bijdragen aan het ontstaan van deze laag.
Als de ionisatie in de Es-laag
te sterk wordt dan kunnen de korte golven niet meer bij
de F2-laag
raken en daar teruggekaatst worden. Dit kan tijdelijk een
volledige verstoring van signalen in de hele kortegolfband
veroorzaken. Deze als Mögel-Dellingereffect bekende toestand
wordt ook het dode vierde uur genoemd. In de ultrakorte golf (de
FM-band) kunnen radiosignalen tijdelijk buiten hun normale bereik
vallen omdat ultrakorte golven door de Es-laag
gereflecteerd worden waardoor er in het ultra kortegolf gebied
ook ontvangst mogelijk is over grote tot zeer grote afstanden
Hier kan het signaal zich soms wel rond de gehele aarde
voortplanten waarbij het signaalmeerdere malen heen en weer
gekaatst wordt tussen de F laag en de aarde
We noemen dit Multi Hop , de ontvangst is dan niet overal
mogelijk maar alleen in die gebieden waar het door de aarde wordt
terug gekaatst naar de ionosfeer
Multi hop
Bekend voorbeeld is b.v. de ontvangst van Amerikaanse politie
mobilofoons hier in Europa in de 30 - 50 M/c band en wereldwijde
amateur verbindingen op de 5 meter band
Ook komt het dan voor dat er hier in Nederland een goede
ontvangts mogelijk is van FM stations uit Spanje , Italie ,
Zweden , Noorwegen , enz.
Niet altijd is hier de F-Laag voor verantwoordelijk , Ook de
Sporadic E-Laag , maar ook b.v. warmte inversie in de lagere
luchtlagen kunnen een soort tunnel laten
ontstaan waar ultrakorte radiogolven in worden gevangen als in
een golfpijp en waar deze honderden
kilometers verder weer uit ontsnappen.
Dit effect heeft niets met de ioniserende lagen te maken maar
ontstaat vooral op warme zomeravonden wanneer de warme lucht
plotseling afkoeld
Reflectie door Duct vorming ( hoofdzakelijk op VHF - UHF
)
Aangezien de mate van ionisatie van de ionosfeer verandert met
de zonnestand en deze per seizoen en per breedtegraad verschilt
is de voor
intercontinentale communicatie bestemde korte golf verdeeld in
verschillende banden welke ieder voor een bepaald e tijd van de
dag en een bepaald doelgebied bruikbaar zijn
De meest reflecterende laag en dus verantwoordelijk voor de
mogelijkheid om voorbij de horizon toch radiosignalen te
ontvangen is de F-laag.
Deze laag is dikker als de straling van de zon er overdag mee in
aanraking komt, en is in de winter dunner dan in de zomer.
Daarnaast wordt bij daglicht de F-laag in twee
delen gescheiden; de F1-
en F2-laag. De F1-laag
is overdag aanwezig, 's nachts niet. De F-laag
refelecteert en heeft daardoor invloed op de ontvangst van korte
golfsignalen: 's nachts zal de ontvangst van verder gelegen
radiostations beter zijn dan overdag.
Willen we optimaal gebruik maken van de eigenschappen van de
ionosfeer zullen we dus rekening moeten houden met al deze
eigenschappen en zowel de zendfrequentie
als de opstralingshoek van de antenne moeten kiezen in
overeenstemming met de momentele sutuatie en natuurlijk het
doelgebied van onze uitzending
Voor de Middengolf kunnen we onderscheid maken tussen twee
hoofdzakelijke doelgebieden , 1: lokale uitzending ( 0 - 100 Km )
2 : DX 70 - 300 Km en verder .
Voor lokale uitzendingen hebben we belang bij een zo goed
mogelijke en stabiele ontvangst in het doelgebied
We maken dan zo min mogelijk gebruik van reflectie en proberen
onze radiogolf zoveel mogelijk laag over de aarde weg te stralen
( grondgolf)
Hiervoor gebruiken we bij voorkeur een vertikale antenne en de
beste ontvangst is dan overdag wanneer de demping door de D-laag
storing van verre stations tegenhoud
Voor DX uitzendingen op de middengolf zijn we grotendeels
afhankelijk van de reflectie door de E-laag Dit ia meestal alleen
in de avond en nachtelijke uren mogelijk als de demping door de D-laag
is verdwenen en de radiogolven door de E laag kunnen worden
gereflecteerd., in dit geval is hetvoordeliger om een horizontale
antenne te gebruiken
met een hogere opstralings hoek zodat het grootste deel van de
uitgezonden golven via de E-laag terug naar de aarde worden
gereflecteerd . Dichterbij zal de ontvangst hierdoor meestal een
stuk slechter worden en ook onderhevig zijn aan een sterke fading
doordat de
ontvanger dan ook nog binnen de reikwijdte zit van de grondgolf
en er een wisselvalige zweving zal ontstaan tussen de grondgolf
en de gereflecteerde skywave
NVIS - Near Vertical Incident Skywave, een bijzondere mode welke soms ook nog bruikbaar is op de middengolf
NVIS is het gebruik van een hoge
afstralingshoek (bijvoorbeeld 90 graden, recht omhoog) om zo
een gegarandeerd bereik te hebben van 150 tot 400 kilometer
(andere bronnen spreken van 600 km , met 100 Watt vermogen).
Afhankelijk van het tijdstip van de dag wordt er gebruik gemaakt
van een specifieke band.
Bijvoorbeeld: 1,6 - 3 M/c band 's nachts. Overdag het gebied van
3 tot 7 Mc
Dat maakt deze mode dus ook geschikt voor gebruik op de 76 en 48
mtr band maar in de nachtelijke uren ook op de 180 mtr middengolf
Deze mode is hoofdzakelijk ontwikkeld voor millitair gebruik
speciaal voor mobiele verbindingen welke niet meer mogelijk zijn
met VHF UHF radio's of straalverbindingen
Doordat men een hoge afstralingshoek gebruikt, worden de golven
gereflecteerd door de ionisfeer (F lagen). Doordat er gebruik
wordt gemaakt van golven die rechtstreeks worden gereflecteerd
door de ionisfeer, treed er weinig verlies op. Bebouwing, lager
gelegen gebieden of een bergtop is geen probleem om te
overbruggen. Dit heeft ook het voordeel van de antenne plaatsing
, door de vertikale opstraling is het niet meer nodig
hoge en opvallende antenne's te plaatsen wat vooral bij geheime
operaties een enorm voordeel betekend ( en natuurlijk ook voor
Piraten zenders ) .
Een Commando eenheid welke achter de vijandelijke linie's
opereerd kan eenvoudig een NVIS verbinding opzetten zonder hun
positie prijs te geven met opvallende antenne's
Tweede niet onbelangrijke faktor is dat door de afstraling recht
omhoog er praktisch geen grondgolf waarneembaar is in de omgeving
, en peil en luisterdiensten het zo onmogelijk wordt gemaakt de
lokatie van de uitzendingen te lokaliseren .
Er zijn speciale Magnetic Loop Antenne's ontwikkeld door o.a. de
Firma Racal welke bruikbaar zijn in het gebied van 2 tot 9 Mc en
welke een bijna ideale vertikale afstraling hebben Dit type
antenne kan zowel op de grond gebruikt worden waar het door het
zeer kleine profiel gemakkelijk te camoufleren is en ook de
mogelijk heeft om het op het dak van een Jeep of Hummer
tereinwagen te monteren. Voorwaarde is dat het ontvangende
station ook gebruik maakt van de NVIS methodiek. Als je
rekening houdt met de korte afstand, wordt er geen gebruik
gemaakt van grondgolf propagatie (kleine afstralingshoek; DX
antenne) maar van luchtgolf propagatie (grote afstralingshoek).
NVIS is gebaseerd op het principe dat men een frequentie neemt
lager dan de kritische frequentie
De Racal Magnetic Loop Antenne Voor de NVIS mode | En hier de AS2259/Gr , ook een NVIS antenne |
Een NVIS Loop voor mobiel gebruik |
![]() |
![]() |
![]() |
Hier een grafische uitleg van de mogelijkheden van deze NVIS mode en de
mogelijkheden voor ons zendamateurs.
Werken in de N.V.I.S. mode
De NVIS mode maakt verbindingen mogelijk in gebieden welke
binnen de dode zone liggen van een korte golf verbinding en buiten het bereik
van de meeste VHF / UHF verbindingen maar je moet wel met een aantal
dingen rekening houden.
De antenne moet een hoge opstralingshoek hebben , meestal dus een horizontaal
gespannen draad op een hoogte lager dan een kwart golf . In de praktijk worden
er hoogtes gebruikt van 0,1 tot 0,15 lambda , maar onder bepaalde omstandigheden
worden er zelfs goede resultaten geboekt met antenne hoogtes van minder dan 1
meter
wel is dan een goed geleidende ondergrond nodig b.v. natte kleigrond zal een
stuk beter werken dan droge zandgrond . Als er voldoende ruimte is wordt het
gebruik van 1 of meerdere over de grond gespannen reflector draden gebruit welke
een een lengte hebben van iets meer dan een 1/4 golflengte
De keuze van de frequentie hangt af van de tijd , overdag is er altijd een hoge
demping deer de D laag op lagere frequenties
van ongeveer 7 uur s'morgens tot 7 uur sávonds is de 48 mtr band een
juiste keuze voor NVIS verbindingen , in de uren tussen 7 uur s'avonds en 7 uur
s'morgens zal de 76 mtr band het beste geschikt zijn , in de late avond en
nachtelijke uren zo na 11 uur sávonds kun je ook op de 180 mtr band
vaak nog in de NVIS mode werken speciaal in de wintermaanden . Beneden de 1400
Kc is de reflectie meestal te laag om nog van de NVIS mode te profiteren
Voor een betrouwbare verbinding is het natuurlijk noodzakelijk dat beide
stations in dezelfde mode werken , indien een van de beide stations b.v. een
vertikale of lage skip antenne gebruiken zal er door de wisselwerken tussen de
verschillende golven meetsal erg veel fading ontstaan en een goede
verbinding meestal onmogelijk worden.
Bij kontakt van een mobiel station naar een NVIS post kan het mobile station het
beste d.m.v. een touw of nylon lijn de antenne zoveel mogelijk horizontaal
trekken of een speciale NVIS antenne gebruiken , meestal een horizontale straler
welke laag over het dak van het voertuig is geplaatst.
"Stealth" Antenne's
Ook Magnetic Loop antennes zijn zeer geschikt voor de NVIS mode , een normale
MagLoop met de condensator aan de bovenkant heeft een opstralings hoek van
ongeveer 60 graden , door deze antenne 30 graden te kantelen verkrijg je aan 1
zijde een opstraling van 90 graden omhoog
Door een aangepaste Loop te gebruiken met een reflector ondergrond kan dit
effect nog worden versterkt en de lage afstraling praktisch geheel worden
opgeheven , zoals het geval is bij de militaire Racal Loop Voor
de 48 mtr band is bij verkorte antennes vaak een antenne hoogte van 1,5 - 2 mtr
al voldoende waardoor het vrij gemakkelijk wordt de antenne geheel
"onzichtbaar"te plaatsen , je kunt dan denken aan plaatsing in een heg
, tegen een ( houten) schutting , of zelfs in een begroeide pergola
Voor de 76 mtr band is ook een MagLoop zeeer geschikt en gemakkelijk onzichtbaar
te plaatsen op de grond of zelfs binnen in een houten schuur , maar ook
horizontaal geplaatste spoelantennes zijn goed bruikbaar , waarbij je er aan zou
kunnen denken om er twee te gebruiken en op die manier een lage verkorte dipool
antenne te construeren.